Rien Geuze, voormalig medewerker van Agriterra, keerde na tien jaar terug naar Kenia om de projecten te bezoeken die hij daar tussen 2011 en 2014 had opgezet. Hij was positief verrast door de vele veranderingen die hij zag, zoals fabrieken die gebouwd waren, de enorme ontwikkeling van de marketing en de impact van de uitwisselingsbezoeken tussen Nederland en Kenia.
In 2010 begon Rien als Agripool-expert voor Agriterra en reisde naar Thailand. Dit beviel goed, en toen Agriterra een nieuw kantoor in Kenia wilde openen, werd Rien gevraagd om dit te doen. Hij vertrok naar Nairobi en bleef daar bijna vier jaar. Deze periode was intensief, met slechts sporadische bezoeken aan zijn gezin in Nederland. In 2014 keerde hij terug en werkte tot zijn pensioen bij Nunhems Zaden. Rien vertelt: "Toen ik Kenia verliet, had ik me voorgenomen om na tien jaar terug te keren. Het Agriterra-team in Nairobi is inmiddels gegroeid tot 16 mensen. Ik kondigde mijn bezoek aan op Facebook en LinkedIn en kreeg veel reacties van mensen die me wilden zien. Wilfred Chepkwony, de eerste medewerker die ik ooit aannam, werkt nog steeds bij Agriterra en stelde een programma samen. Het was fijn om hem weer te ontmoeten.”
Tijdens de rondreis bezochten Rien en Wilfred verschillende zuivelcoöperaties, waaronder Kiambaa. “We werden hartelijk begroet door de voorzitster die er nog steeds was. Destijds hadden ze het plan om een nieuwe fabriek te bouwen om de melk te verwerken, maar het verkrijgen van onroerend goed was lastig in dat gebied. Toch kochten ze uiteindelijk een stuk grond. Toen Wilfred en ik gingen kijken was het zo steil dat ik me afvroeg hoe ze daar ooit een fabriek konden bouwen. Maar het is ze gelukt! De fabriek die er nu staat zag er veel beter uit dan ik ooit had verwacht.”
Een ontmoeting met het bestuur van Kiambaa
Volgens Rien heeft vooral de marketing de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Tien jaar geleden was marketing en marktonderzoek onbekend bij de kleine coöperaties. Rien herinnert zich dat hij ooit met een Agripool-expert van FrieslandCampina een rondgang maakte langs verschillende coöperaties. “We ontwikkelden kleine marketingplannen en deden marktonderzoek, wat wonderwel werkte. Nu praten ze erover alsof het vanzelfsprekend is. Bij Mukurwe-ini hadden ze bijvoorbeeld een lekkere koffie-yoghurt ontwikkeld en de marketing hiervoor was al klaar. Dat was ondenkbaar toen ik daar in 2012 bij een leeg gebouw kwam en ze niet wisten hoe ze verder moesten. Geweldig om te zien!”
"Wat ooit een dorre, droge vlakte was, is nu een groene vlakte met ook allerlei soorten groentes."
Ook de infrastructuur en het veevoer zijn sterk verbeterd. “Bij Kieni heb ik destijds meegeholpen met het aanleggen van beregeningspijpen om te laten zien wat je met beregening aan veevoer kunt produceren. Nu liet een medewerker me alle proefvelden zien. Wat ooit een dorre, droge vlakte was, is nu een groene vlakte met ook allerlei soorten groentes. Dat zijn fantastische en blijvende veranderingen.”
Rien is ervan overtuigd dat twee aspecten een cruciale rol hebben gespeeld in de vooruitgang van de agrarische sector in Kenia. Ten eerste de uitwisselingsbezoeken tussen Nederland en Kenia. Tijdens deze bezoeken wordt kennis gedeeld, innovatie bevorderd en samenwerking gestimuleerd en dat werkt buitengewoon goed. “Het mooiste voorbeeld hiervan is de voorzitter van Mukurwe-ini” vertelt Rien. “Agriterra stond sceptisch tegenover een bezoek voor hem aan Nederland, maar uiteindelijk ging hij toch. Daarna is hij als een blad aan een boom omgedraaid. Destijds adviseerde ik hem om meer aan marketing te doen en om de productiecapaciteit uit te breiden richting 24 uur per dag. Hij vond dit niets, maar het bezoek aan Nederland veranderde echt zijn denken en inmiddels doen ze wat ik destijds adviseerde.”
"Agripool experts komen om een bepaald onderwerp uit te diepen en advies te geven. Dat maakt het verschil om een stap vooruit te maken."
Daarnaast heeft ook het inzetten van Agripool-experts uit Nederland veel verandering teweeggebracht. “Zij komen om een bepaald onderwerp uit te diepen en advies te geven. Dat maakt het verschil om een stap vooruit te maken. Je merkt dat het coöperaties stimuleert om door te gaan op de gezamenlijke ingeslagen weg. En ze kunnen gelukkig steeds meer zelf. Kiambaa heeft die fabriek op dat steile stuk grond ook zelf gebouwd.”
Rien’s grootste zorg was of alles wel door zou gaan als hij weg was uit Kenia. “Gelukkig heb ik dit nu met eigen ogen kunnen zien. Ze hebben nog niet de snelle ontwikkeling, zoals de zuivelindustrie in Nederland in de jaren 1910 tot 1920, waar kleine coöperaties al snel tot grotere zuivelcoöperaties fuseerden. Het grootschalig denken heeft Kenia nog niet bereikt. Een uitzondering hierop is coöperatie BAMSCOS. Daar hebben 20 coöperaties samen een fabriek gebouwd. Ze hebben een eigen merk en zijn bezig met het aankopen van machines, zodat ze zelf de melk van alle aangesloten coöperaties kunnen verwerken. Dat is een mooi resultaat. En je ziet ook daar weer dat de voorzitter ooit op bezoek is geweest in Nederland.”
Hoewel hij veel successen zag, erkent Rien dat er ook nog veel uitdagingen zijn. De groei van de coöperaties is nog niet genoeg om aan de stijgende vraag naar melk te voldoen. Verbeteringen in voeding van de koeien, productie-efficiëntie en marketing blijven essentieel voor verdere vooruitgang. En de noodzaak blijft groot, want er komt 1 miljoen Kenianen per jaar bij.
"Ik zou de diensten van de Agripool-experts en de uitwisselingsbezoeken naar Nederland zeker in stand houden."
Rien gelooft sterk dat Agriterra moet blijven investeren in Kenia. “Als je succes hebt, moet je niet stoppen. Bovendien zijn er nu allerlei contacten gelegd. De coöperaties die het goed doen, dat zijn degenen waarmee we langdurige relaties hebben opgebouwd en die actief zijn en zelf dingen oppakken. Ze hebben goede ideeën en af en toe hebben ze een zetje nodig van Agriterra om een stap te maken. Ik zou de diensten van de Agripool-experts en de uitwisselingsbezoeken naar Nederland zeker in stand houden. Het succes hiervan is bewezen en draagt bij aan de ontwikkeling van coöperaties.”
Ondanks de vermoeidheid door alle indrukken en het reizen, beschouwt Rien zijn bezoek als inspirerend en waardevol. “Ik ben heel blij dat ik het gedaan heb. Van tevoren wilde ik niet te hoge verwachtingen hebben, want dan kan het alleen maar tegenvallen. Maar het is me heel erg meegevallen. Het was geweldig om te zien dat de mensen met wie ik toen werkte goed terecht zijn gekomen en nog steeds vol overgave in de sector werken.” Wanneer hij Kenia opnieuw zal bezoeken weet hij nog niet, maar hij blijft contact houden via sociale media om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen.