Terug naar de puurheid van de cooperatie

06-05-2015 Ik ben in het levendige en mooi groene Lembang, op West Java in Indonesie. Het stadje waar in het weekend een lange stoet auto's met mensen uit Jakarta arriveert om even te genieten van het groen, van meer ruimte en meer frisse lucht. Een compleet andere wereld dan bij ons in Nederland. Het is altijd weer even acclimatiseren na een lange reis. Het mooie van deze opdracht is dat ik zo ineens in het werkende leven van een groep mensen mag stappen en dan nog wel op het gebied van de cooperaties.

Sinds mijn arbeidzame leven bij Rabobank en Achmea ben ik geïnteresseerd in de werking van de coöperatie. Juist omdat deze vorm verschil kan maken, maar het in veel gevallen helaas niet meer doet. Ik ben op zoek gegaan naar het waarom van de coöperatie en om uit te vinden waarom iets niet meer werkt, maar juist ook wel weer kan werken. Via mijn studie geschiedenis heb ik veel kennis opgedaan over het ontstaan van coöperaties en de redenen en oorzaken waarom het soms niet lukte. Ik word dan ook blij van een bericht over een meeting met voormalig voorman Herman Wijffels waarin hij ruim 500 Rabobankleden oproept de coöperatie weer meer in het bedrijf terug te laten keren. Of dat lukt? De Rabobank is wel een heel groot bedrijf geworden. Maar kijk naar de recente berichtgeving die ING de wereld instuurt over het gaan werken in kleine teams met eigen verantwoordelijkheid om innovatie te vergroten en meer snelheid en wendbaarheid te creëren. Dat is ook een significante wijziging in het organiseren van een groot bedrijf. Hieruit blijkt maar dat er meer kan dan je denkt. 

Ik geloof dat er altijd mogelijkheden zijn. In de huidige tijd is de coöperatie als organisatievorm interessant en deze komt weer duidelijk op. Er ontstaan veel nieuwe manieren van samenwerken en steeds meer wordt gezocht naar een vorm van werken waar het delen van verantwoordelijkheid en voorspoed weer voorop staat. Denk aan de coöperatie Schoongewoon waar initiatiefnemer Remmelt Schuring met kleine cellen van schoonmaakpersoneel een heel nieuw bedrijf heeft opgericht. Of aan de coöperatie in oprichting In Verbinding, over organisatieverandering en mensen. Prachtige voorbeelden van  anders leven, anders werken en gezamenlijk verantwoordelijkheid delen en geld verdienen.

7000 leden en hun melk
Terug naar Lembang, met de geur van de gorengs in de neus en de damp van de vele brommertjes en scootertjes van me afschuddend, loop ik over het terrein van de zuivelcoöperatie KPBSU. Indrukwekkend, de melkwagens rijden af en aan. Op duizenden punten wordt het opgehaald en in steeds grotere trucks vervoerd. 

De coöperatie bestaat uit bijna 7000 leden, heeft een Raad van Bestuur en een Raad van Toezicht en produceert ruim 120 ton melk per dag. Het grootste deel van deze productie levert zij aan een van de grote wereldcoöperaties die ook in Indonesië domicilie heeft, Frysian Flag Indonesia. Een deel aan anderen en een deel voor eigen productie. 

Puur coöperatie
Het is erg leuk om hier de coöperatie in zijn zuivere vorm te beleven. Op het terrein vindt de melkproductie plaats, als ook de productie van het voer. Hiervoor zie je in de omgeving boeren op hun brommertjes volgeladen met gras richting de Koperasi rijden, of gezamenlijk vervoeren ze het met een kleine truck. Het gras wordt hier vermengd en gemaakt tot twee soorten voer: het beste voer met de hoogste voedingswaarde en goedkoper voer, voor wie echt niet anders kan betalen. Het streven van de Koperasi is dat 80% van de leden het beste voer gaat gebruiken. Dit stimuleert immers de melkproductie en de kwaliteit. Op het terrein is tevens een kleine winkel, waar leden op krediet ongeveer 100 producten kunnen kopen, variërend van rijst, meel en koffie tot sauzen en soepen. Voorheen verkochten ze wel 600 producten maar dat is teruggebracht tot 100. De prijzen zijn niet direct goedkoper dan in het stadje, maar het grote voordeel is dat men op krediet kan kopen tegen de in te leveren melk. Net buiten de hekken van de Koperasi zelf ligt nog een eigen winkel met onder meer melk, tahu en hun eigen merk Fresh Time, yoghurt in diverse smaken. Hier kan iedereen kopen en het is er steeds een drukte van belang. De kassier rekent af en een aantal heren pakt voortdurend melk in zakken die de dorpelingen meenemen. Echte verse melk en andere producten direct van het bedrijf. Het naastgelegen cafeetje biedt eveneens verse producten en doet ook dienst als bedrijfskantine.

In het gebouw is het een drukte van belang. Hier kun je merken dat het gaat om de leden, ze kunnen er terecht voor allerlei advies, voor leningen en voor kasgeld. De mensen aan de andere kant van de balie zijn net als zij ook lid. Met een uitzondering op de General Assemblee, de ledenvergadering mogen deze (personeels)leden niet stemmen. Mooi als je zo het woord ‘personeelslid’ leest. We zijn in onze westerse wereld bijna vergeten waar het eigenlijk voor staat. Hier is lidmaatschap waar het om draait en de een is gewoon lid en de ander personeelslid. In dit gebouw worden ook trainingen verzorgd voor de leden en hun families. Een van de belangrijkste waarden van de coöperatie is immers educatie aan leden.

Waar zoveel coöperaties in de 19e eeuw op stuk liepen, slecht management, is het hier goed geregeld. Er zit gedegen en gedreven management, zowel de Raad als het management daaronder, met inmiddels ruime ervaring en met een aantal mensen er tussen met een gretigheid om te leren en te verbeteren. Alle managers komen uit de ledenfamilie, dus je krijgt niet zomaar de beste opgeleide manager voor een specifieke plek. 

De kunst is om de waarden van de Indonesische cultuur en ook de waarden van de coöperatie in te zetten in combinatie met een aantal zaken die ze kunnen leren vanuit de westerse wereld. En hoe doe je dat dan als je collega of medewerker ook lid is van de coöperatie en komt uit een van de families en hij of zij functioneert (nog) niet? Dan moet je toch uit andere vaatjes tappen om beweging te krijgen. 

Ontwikkeling en eigen verantwoordelijkheid
Deze anderhalve week praat ik hier dan ook veel over organisatie en managementontwikeling. Met dank aan mijn Indonesische tolk Bram. Zonder hem zou ik hier geen millimeter vooruitgang boeken. Op het gebied van organisatie en managementontwikkeling zijn de werelden dan toch weer gelijk. Het gaat ook hier om jezelf leren kennen als persoon en als manager en weten hoe jij reageert op wat er gebeurt. Dan kun je van daaruit jouw mensen beter helpen te ontwikkelen. Een structuur is ook hier maar een format, maar als je dat na goed kijken en vanuit de processen en verantwoordelijkheden goed inzet en er dan ook toe bereid bent om de mensen op de key-posities goed te begeleiden en te trainen, dan maak je weer een stap vooruit. Ik help hen focussen op de “sterke punten” en zo de eigen ontwikkeling te stimuleren. 

Ook op het gebied van bestuur liggen er natuurlijk vraagstukken. Immers de leden van de Raad en de Raad van Toezicht  zijn ook gekozen uit de ledenvergadering en niet zomaar van “melkveehouder”  ineens bestuurder of toezichthouder. En hoe leer je nou hoe je die rol het beste kunt invullen? Mijn eigen ervaring als toezichthouder komt me goed van pas. Waar we in Nederland kampen met toezicht met te grote distantie is dat hier juist niet meer het geval. Volgens een van de raadsleden was dat eerst wel het geval,  maar zijn ze er trots op dat ze nu iedere dag meedraaien. Dat is dan toch ook wel net weer een te grote uitslag naar de andere kant, maar het gaat wel met de juiste intentie. 

De Koperasi heeft in ieder geval gerealiseerd dat het gaat met een groot gevoel van vertrouwen en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Misschien soms dan nog wel teveel gezamenlijk in de operatie, maar ik zie dat als een volgende stap in het professionaliseren en aanscherpen van rollen en verantwoordelijkheden. Het gezamenlijk belang voor het welzijn van de leden is voor allen groot. Dat wat je in Nederland soms zo weinig meer voelt en waar personeelsleden en bedrijfsvoering zover af zijn komen te staan van het gezamenlijke doel is het ook iets om te koesteren. In dat opzicht hebben ze hier een kans om het beter te doen dan wij. Wel tradities doorbreken, maar met het overeind houden van de waarden en de adviesopdracht. 

Het is ook mooi om te ervaren dat de grote coöperaties als Friesland Campina, samen met bedrijven als Agriterra, zorgen dat er ontwikkeling wordt gebracht naar dit soort landen en dit soort bedrijven. En daarmee ook de waarden van wat deze bedrijven zijn en kunnen zijn weer mee terug nemen naar Nederland en delen. Immers wat we gezamenlijk omarmen zijn de waarden van de coöperatie, die delen we en die koesteren we. Zoals ze ooit zijn opgeschreven door de grondleggers in Engeland en internationaal geadopteerd, zo kunnen we ze gezamenlijk naleven. Een ieder kan vanuit zijn  eigen rol een wezenlijke bijdrage leveren. En dan telt “What you do makes a difference”. 

Margreet Oostenbrink


Share this article:
Lokaal
Gefocust
Verbonden
Kwaliteit

Adres

Jansbuitensingel 7
6811 AA Arnhem
The Netherlands

+31 (0)26 44 55 445
agriterra@agriterra.org