Uitdagingen bij het werk voor Agriterra in Indonesie

08-10-2015 De afgelopen twee weken heb ik in Indonesie 'in het veld' doorgebracht zoals we dat zo mooi noemen. Soms letterlijk, tussen de koffieplanten, koeien of in een rijstveld. Vaker nog in een kantoortje of warehouse van een cooperatie, in gesprek met bestuurders en managers van onze klanten.

Werken in Indonesië kent vele uitdagingen die het werk leuk maken, maar soms ook lastig. Allereerst de grote afstanden: onze klanten zijn gevestigd op drie verschillende eilanden: Java, Sumatra en Sulawesi. Dat betekent lange reisafstanden, 4 tot 8 uur in een auto over niet al te beste wegen zijn geen uitzondering. En dan heb je een afstand afgelegd waar we op Nederlandse snelwegen misschien twee uur over zou doen. Als de afstand groter wordt, of je naar een ander eiland moet, is het vliegtuig een betere optie. Een ticket voor een binnenlandse vlucht kost soms maar 30 tot 50 euro en is voor de gemiddelde Indonesiër niet anders dan een busrit in Nederland. Er wordt van alles meegesleept, dozen vol met spullen met een touwtje eraan om het draagbaar te maken. En waar je op Schiphol het meenemen van een flesje water al op boze blikken van de douaniers komt te staan, is dat in Indonesië allemaal geen probleem. Van vertragingen kijkt overigens niemand op (ook ik niet meer), zelfs niet als die dubbel zo lang zijn als dat de vlucht zou duren. 

Een andere uitdaging is de Indonesische cultuur. De prettige kant daarvan is dat alle mensen altijd zeer vriendelijk en aardig zijn. Ik heb zelden een Indonesiër gezien die boos werd of uit z’n slof schoot. Zelfs in het drukke verkeer van Jakarta of Bandung, waar je de hele dag in de file lijkt te staan, verliest niemand zijn geduld en krioelen alle brommertjes en auto’s zonder probleemloos door elkaar. Hoe anders is dat in Nederland als iemand geen voorrang krijgt of er geritst moet worden. Een opgestoken middelvinger zal je in Indonesië niet zien. De keerzijde van deze vriendelijkheid, is het ingetogen karakter van de Indonesiërs. Vooral op Java zijn de mensen erg introvert, passief en is het lastig om de juiste informatie te krijgen. Na lang doorvragen krijg je soms wat meer uit de mensen, maar je weet zeker dat je nooit alles boven tafel zult krijgen. Tel daarbij de coöperaties die qua professionalisering nog een lange weg te gaan hebben, en het feit dat bijna niemand Engels spreekt, en je hebt het plaatje ongeveer compleet. 

Tijdens mijn bezoek ben op bij 6 verschillende organisaties langs geweest, met verschillende doelen. Bij de ene ging het vooral om formele zaken als het afsluiten van het contract wat onze klanten met Agriterra hebben, het doorspreken van de activiteiten die hebben plaatsgevonden en de financiële rapportage controleren. Bij weer anderen heb ik gesproken over de opvolging van adviezen die door Agripool experts zijn gegeven: is daar wat mee gedaan, en zo ja wat? Het zit niet in de aard van een Indonesiër om te zeggen dat een advies hem niet bevalt, dus hij zal daar altijd omheen draaien als dat het geval is (“we gaan zeker proberen om het te implementeren!”), iemand gezichtsverlies laten lijden is immers not done. Bij een andere klant heb ik een ‘scoping’ bezoek afgelegd, oftewel mezelf proberen een oordeel te vormen of een coöperatie (in dit geval opgericht door een boerenorganisatie die al klant is) in aanmerking komt om als nieuwe klant ondersteuning te krijgen op het gebied van governance, financieel management en het waarmaken van hun business ambities en de bijbehorende investeringen gefinancierd krijgen. Een aantal klanten heb ik alleen bezocht, uiteraard in de meeste gevallen wel met een tolk, want mijn Bahasa is niet best, net als het Engels van de meeste managers en bestuurders van de organisaties die we adviseren. En tijdens een paar van mijn bezoeken werd ik vergezeld door lokale mensen die door collega bedrijfsadviseur Agnes gescreend zijn en in aanmerking komen om als lokale bedrijfsadviseurs ons team in Indonesië te versterken. Het valt niet mee om goede mensen aan te trekken die voldoen aan onze ‘Westerse’ maatstaven en verwachtingen. Eentje heeft inmiddels een tijdelijk contract op zak en heb ik geïntroduceerd bij enkele van onze klanten waar hij zijn kennis en kunde mag bewijzen. Een andere willen we eerst aan het werk zien voordat we hem in dienst nemen. 

Zo proberen we in het ontzettend grote land wat Indonesië is (17.000 eilanden, waarvan ongeveer 6.000 bewoond, met in totaal rond de 250 miljoen inwoners) met een grote diversiteit in klimaat, cultuur en religie een klein steentje bij te dragen aan het creëren van een betere positie en inkomen voor de Indonesische boeren, door te proberen hun organisaties te versterken en te professionaliseren. Dat gaat helaas niet altijd van een leien dakje: soms worden we geconfronteerd met onaangename verrassingen en ontwikkelingen bij onze klanten waar onze mond soms van open valt. Maar ondanks deze setbacks zetten we gelukkig ook (soms kleine) stapjes in de goede richting. Het gaat vaak niet zo snel als we graag zouden zien, maar na het doorbrengen van twee weken ‘in het veld’ is het wel goed om te beseffen dat dit de kern van het werk van Agriterra is: het adviseren en ondersteunen van boeren en hun organisaties met kennis en advies uit de Nederlandse agrosector.  Met vallen en opstaan. Maar altijd met de blik vooruit. 


Share this article:
Lokaal
Gefocust
Verbonden
Kwaliteit

Adres

Jansbuitensingel 7
6811 AA Arnhem
The Netherlands

+31 (0)26 44 55 445
agriterra@agriterra.org