De eerste dag trapte af op het kantoor van de Rabobank Assen-Noord Drenthe. Directievoorzitter Sjoerd Scholte gaf daar een presentatie. Hij besprak onder andere de strategische overwegingen die de Rabobank maakt en de toekomst van de bank. De deelnemers waren vooral erg geïnteresseerd in de organisatiestructuur van de bank en stelden vele vragen, zoals: wat voor een rol spelen de leden, hoe gaat de bank om met leningen die niet afgelost worden, hoe kan de winst verhoogd worden, wordt er iets gedaan om de jeugd aan de bank te verbinden en hoe bepaalt de bank wie er een lening krijgt en wie niet? Een belangrijke conclusie was dat je als bank moet voorkomen dat leningen niet afgelost zullen worden. Als een businessplan niet goed in elkaar zit, dan moet een lening geweigerd worden.
Na deze uitleg gingen de deelnemers, verdeeld over twee groepen, op klantbezoek bij een melkveehouderij. De heer Bos liet vol enthousiasme zijn bedrijf zien. Een echt familiebedrijf dat binnenkort overgenomen zal worden door de vierde generatie. De deelnemers hadden veel belangstelling voor de gang van zaken. Wat hen vooral opviel was de efficiëntie. Alles is goed georganiseerd: van jongvee apart houden, tot voer en mest opslaan en het melken met een robot.
Elizabeth Siwa Bwire van de spaar- en kredietcoöperatie uit Tanzania gaf aan: “Bij ons is het verkopen van de melk lastig te organiseren. Ook logistiek. Een coöperatie als FrieslandCampina die de melk hoe dan ook afneemt, die hebben we in Tanzania niet.”
Eenmaal terug op het kantoor van de Rabobank evalueerden ze, onder leiding van Marit de Slegte van het Food & Agriteam van de Rabobank, de beide bezoeken aan de melkveehouderijen. De deelnemers gaven aan dat ze erg onder de indruk waren van de mechanisatie van alles (“It looks like a movie”).
Bedacht werd dat als zijzelf op dit moment in hun land de eerste generatie zijn, die groeit en groeit, dan staat er bij de vierde generatie net zo’n mooi bedrijf als ze vandaag bezocht hebben.
Dat de afgevaardigden uit Kenia, Oeganda en Tanzania zich goed hadden voorbereid, bleek wel uit het feit dat alle mogelijkheden benut werden om vragen te stellen. Het Food & Agriteam van de Rabobank werd flink aan de tand gevoeld. Er kwam een aantal grote verschillen naar voren. Zo mag in Nederland de boer bijvoorbeeld zelf bepalen wat er verbouwd wordt op zijn grond. In Kenia niet. En in Nederland hebben de banken geen cash geld meer in voorraad, alles gaat via internet. Dat is in de Afrikaanse landen nog niet zo. Wat wij in Nederland een korte lening noemen, bijvoorbeeld een lening van vijf jaar, is voor Tanzania een hele lange lening. Al met al goed om te realiseren dat alles dus niet zomaar met elkaar te vergelijken is. In andere landen heb je te maken met andere omstandigheden, andere klanten, andere producten en andere regels.
De dag werd door de deelnemers als erg zinvol ervaren. Voorzitter Simon Kamau van de coöperatie heeft op deze eerste dag al veel nieuwe kennis en ideeën opgedaan. Hij hoopt deze week nog meer informatie te krijgen over het besturen van een coöperatie, wat de beste manieren zijn om te financieren, hoe je als SACCO met risico’s om moet gaan en hoe je de leden bij je kunt houden. Deze onderwerpen zullen zeker nog aan bod komen.
