Samen werken aan een plan van aanpak voor Ethiopië

19-05-2022

In juni 2021 zocht Agriterra contact met vier Nederlandse Agripoolers met de vraag of ze mee wilden helpen bij de ontwikkeling van een zogenaamde ‘roadmap’ voor de coöperatieve ontwikkeling van de zuivelsector in Ethiopië.

De behoefte aan zo’n stappenplan was ontstaan bij het BRIDGE (Building Rural Income through inclusive Dairy Business Growth) project. Dit is een vijfjarig project (2018-2023), gesubsidieerd door de Nederlandse overheid, waarbij Agriterra samen met WUR en SNV aan de verbetering van de productiviteit en de kwaliteit van de melkveehouderij en de zuivelsector werkt.

De vier Agripoolers, ieder met hun eigen achtergrond en expertise, bundelden bij deze opdracht hun krachten. 

  • Pierre Berntsen - Directeur agrarische bedrijven ABN AMRO 
  • Gerben Smeenk – Melkveehouder, lid van LTO Noord en lid van de Raad van Commissarissen bij Agrifirm
  • Atze Schaap – Voormalig directeur dairy development FrieslandCampina, adviesraadlid bij geitencoöperatie Amalthea
  • Jan Kamphof - Regionaal Directeur EMEA bij Hamlet Protein

Vanwege corona verliep het contact met Ethiopië via online meetings. Door middel van interviews met een brede groep belanghebbenden uit de sector ontwikkelde het viertal samen met twee lokale bedrijfsadviseurs van Agriterra in Ethiopië een stappenplan.
Er werd gekeken naar de situatie in de zuivelsector op dat moment, de rol die coöperaties hierin spelen en de uitdagingen en problemen waar ze mee te maken hebben. Aan de hand hiervan werd een groot aantal aanbevelingen gedaan, met het doel om in de toekomst succesvolle coöperaties te ontwikkelen met een sterke positie op de markt en een sleutelrol bij het verbeteren van het levensonderhoud van melkveehouders in Ethiopië. ​

De huidige situatie

Pierre Berntsen vertelt: “De markt voor zuivel in Ethiopië is grotendeels informeel. Rauwe of licht bewerkte melk wordt onderhands verkocht in de buurt. Zo’n 3 procent van de nationale melkplas wordt door private zuivelaars verwerkt en afgezet in winkels, restaurants en ziekenhuizen. Vooral als drinkmelk, boterolie, yoghurt en verse kaas. In steden groeit de vraag naar zuivel als gevolg van de groeiende middenklasse. Deze zuivel wordt nu vaak geïmporteerd. Er is meer dan voldoende verwerkingscapaciteit aanwezig in het land, maar de kennis en vaardigheden om deze te bedienen is echter vaak beperkt, net als voldoende melkaanvoer en werkkapitaal.”

Coöperaties spelen soms een rol in de afzet van melk, maar meestal wordt dit gedaan door handelaren. Coöperaties zijn van oudsher niet opgericht door boeren, maar door de overheid. Het ontbreekt veel coöperaties aan kennis, kunde en ondernemerschap. Maar er zijn uitzonderingen. Agriterra werkt samen met elf coöperaties en vier zuivelunies die ambitieus zijn en een professionaliseringsslag willen maken.

Uitdagingen

Gerben Smeenk weet enkele voorbeelden te noemen van uitdagingen waarmee een zuivelcoöperatie in Ethiopië te maken heeft: “Twee dagen per week en twee maanden per jaar vasten grote delen van de bevolking. De afzet van zuivel daalt in deze periode. Dat maakt het inrichten van een stabiele afzetketen lastig. Ook is de melk die door boeren wordt verkocht meestal niet gekoeld, van slechte kwaliteit en aangelengd met water.” Voor de boeren zelf is de beschikbaarheid van ruw- en krachtvoer een groot knelpunt. Gewassen zijn vooral bedoeld voor humane consumptie. Import van veevoergrondstoffen vindt niet plaats als gevolg van valutatekorten en ongunstige wisselkoersen. Extra nadeel is dat melkveehouders 15% belasting moeten betalen over aangekocht krachtvoer, waardoor het te duur wordt om te gebruiken.

Atze Schaap vult aan: “Ook is de vakkennis van boeren zeer beperkt en er is nauwelijks advieskracht beschikbaar om hen te ondersteunen. Verder is er behoefte aan goede melkveerassen, voer, veterinaire kennis, een gekoelde afzetketen en toegang tot de afzetmarkt. Natuurlijk met als doel om een redelijk inkomen te kunnen verdienen. Maar dit kan alleen van de grond komen als er een goed plan ligt en er geïnvesteerd wordt in het opzetten van de keten. Kortom, er is nog een lange weg te gaan voor de Ethiopische zuivelsector.”

Plan van aanpak

“Dit vraagt om visie, vasthoudendheid en samenwerking”, aldus Jan Kamphof. “We hebben een plan van aanpak opgesteld, waarin we aangeven hoe een coöperatie succesvol kan worden. Waar moeten ze rekening mee houden en waar moeten ze aan voldoen op het gebied van bestuur, management, omvang en ondernemerschap. Belangrijk hierbij is ook dat Ethiopië onderkent dat coöperaties een belangrijke rol spelen in de transitie naar een productieve melkveehouderij. Succesvolle coöperaties zijn geen beleidsinstrument van de overheid, maar zijn in handen van de leden en richten zich op waarde-creatie voor hun leden. In dit geval de productie, verzameling en afzet van melk. Het borgen van de kwaliteit van de melk, gezamenlijke inkoop van voer en ondersteuning van de leden met kennis en genetica.”

Het gemaakte plan werd door Agriterra bedrijfsadviseur Marco Streng gepresenteerd tijdens het symposium ‘International conference on Dairy sector Transformation’, dat in de laatste week van oktober 2021 in Ethiopië plaatsvond. Er volgden enkele discussies met het publiek over onderwerpen als eigendom, overheidsbemoeienis en de ondernemersmentaliteit van coöperaties. Een volgende stap is nu de implementatie van het plan. Dit staat voor 2022 op het programma.

Samenwerking

De vier Agripoolers kijken terug op een geslaagde opdracht. Atze Schaap: “Het werken via online bijeenkomsten heeft natuurlijk als beperking dat je niet je ogen de kost kunt geven en dat de onderlinge interactie moeilijker is. Desondanks hebben we in korte tijd veel mensen kunnen spreken en zo informatie kunnen ophalen. Petje af voor het lokale Agriterra-team, dat dit steeds weer wist te organiseren. We vormden daarnaast een mooi team van Agripoolers, die elkaar goed aanvulden.” Pierre Berntsen beaamt dit: “Ik heb de samenwerking als zeer plezierig en constructief ervaren. Vooral de toegevoegde waarde van de verschillende achtergronden en ervaringen was groot. Daarbij is het bij digitale sessies soms best lastig om de informatie goed te wegen. Het is fijn als je dat achteraf onderling kunt bespreken. Dat deden we bij Jan Kamphof, die ons in coronatijd kon ontvangen in zijn tuin. We blijven mensen die toch het best communiceren als ze elkaar fysiek kunnen treffen.”


Share this article:
Lokaal
Gefocust
Verbonden
Kwaliteit

Adres

Jansbuitensingel 7
6811 AA Arnhem
The Netherlands

+31 (0)26 44 55 445
agriterra@agriterra.org