Vanuit Rwanda schrijft Henk:
Na het ontbijt gaan we vanuit Kigali op weg naar Musanze, een onvoorstelbaar mooie tocht door de duizend heuvels die Rwanda kent. Het is allemaal even groen en vruchtbaar. Overal zijn mensen aan het werk. Maar omdat het zondag is zie je ook veel mensen in hun mooiste kleren over de weg wandelen. De kunstig gevlochten manden die ze op hun hoofd dragen bevatten giften voor de familie die ze bezoeken.
In Musanze volgt een hartelijk welkom. We krijgen een rondleiding bij Imbaraga, de landbouworganisatie hier. In de Hall of Fame liggen de chipszakjes op een prominente plaats. We gaan op bezoek bij Appolinaire, een boer die een kas aan het bouwen is voor miniknolletjes. Hij is niet thuis dus we moeten de uitleg over de kas missen. Er komt een buurman aanlopen die ons meeneemt naar zijn percelen. We zien twee percelen naast elkaar, een met weelderig loof maar het andere toont erg zielig. De aardappelen van het goede perceel zijn afkomstig van goed pootgoed, het andere van pootgoed dat afkomstig is van de resten van consumptieaardappelen die op de markt zijn blijven liggen. Omdat er maar 2% van de behoefte aan goed pootgoed beschikbaar is, moeten ze wel op een andere manier aan pootgoed komen. Uit dit slechte veld halen ze de beste planten, die gebruiken ze weer als pootgoed voor de volgende teelt. Zo verbetert het wel, maar ideaal is het natuurlijk niet. Dit soort zaken gaan we deze week bespreken op de aardappeldagen in Goma. Morgen rijden we daarheen.