Koelinstallaties in Kenia kunnen melktoevoer niet aan

01-12-2014 Na enige maanden geleden voor Agriterra naar Indonesie geweest te zijn om daar een kokossuiker cooperatie te adviseren, kwam in oktober de vraag of ik (Rob Bensdorp) naar Kenia zou willen afreizen om daar een groeiende zuivelcooperatie advies te geven op het gebied van hun logistiek rond de melk inzameling.

Begin november ben ik samen met Ernst van der Vlist van Schiphol naar Nairobi gevlogen. De dag erna volgde een autoreis van zo'n 6 uur naar Meru. Meru is gelegen aan de voet van Mount Kenia, 300 km noordelijk van Nairobi en zo'n beetje pal op de evenaar.

 

De omgeving van Mount Kenia is zeer vruchtbaar vanwege de vulkanische afzettingen uit het verleden. In Meru is een coöperatie gevestigd (Meru Central Dairy Union Cooperative) die sterk groeit. Momenteel halen zij hun melk in een straal van maximaal 50 kilometer rond Meru weg bij zo'n 20.000 boeren. Dit jaar verwachten ze 25 miljoen liter melk op te halen en te verwerken tot houdbare melk en yoghurt.

 

Na eerst op maandag kennis gemaakt te hebben met de staf van Meru kregen we vervolgens een rondleiding door de fabriek. De rest van de dag evenals de twee dagen erna zijn we met onze chauffeur en twee mensen van Meru in het collectie gebied van Meru op bezoek geweest bij een aantal boeren en bij de coöperaties en groepjes die melk verzamelen voor de centrale Meru coöperatie. Het gebied rond Meru waar de melk verzameld wordt, is niet altijd even toegankelijk. De boeren brengen dan ook meestal te voet hun melk die ze 's morgens gemolken hebben naar zogenaamde verzamelpunten die vaak niet verder dan een kilometer van hun boerderij liggen.

 

De verzamelcoöperaties en -groepjes (in totaal zo'n 40) halen daar de melk op met ezelkarren, motorfietsen of als de weg wat beter is met een kar. Bij de verzamelcoöperaties en -groepjes wordt de melk hetzij in 50 liter melkbussen gegoten hetzij in een koeltank opgeslagen. Vandaaruit gaat de melk met een kar of met een tankwagen naar de fabriek. Opvallend is dat de melk die 's middags gemolken wordt zelden naar de fabriek gaat en vooral voor eigen gebruik van het gezin of voor de lokale markt is. Dit komt mede doordat de middagmelk niet in het donker naar de fabriek vervoerd kan worden en dan pas in de morgen weer vervoerd zou kunnen worden.

 

Bij de verzamelgroepen en –coöperaties is weinig gekoelde opslag, het koelen gebeurt alleen daar waar een koelinstallatie is. Doordat de boeren sinds een jaar van Meru Central Dairy advies en training krijgen over diergezondheid en het effect van beter voer, is de hoeveelheid melk per dag per koe sterk aan het stijgen. Een bedreiging is dat de jeugd vaak niet wil boeren. Daar staat tegenover dat steeds meer agrariërs aan schaalvergroting gaan doen. Hoewel het gemiddeld aantal koeien per boer nog steeds niet hoger ligt dan 2 tot 3, zie je nu ook boerenbedrijven ontstaan met 40 koeien. Door de groei, zo werd ons snel duidelijk, zijn de beperkt aanwezige koel- en opslag faciliteiten te klein. Prioriteit moet komen te liggen op uitbreiding van de gekoelde opvang bij de verzamelclubs. Zo kan er ook meer melk via een tankwagen naar de fabriek vervoerd worden. Dit heeft zowel kwaliteits- als financiële voordelen.

 

Op donderdag hebben we aan de hand van onze bevindingen met de verschillende medewerkers van Meru gesproken. Op vrijdag hebben we onze bevindingen en aanbevelingen in een presentatie gezet die we op zaterdagochtend gedeeld hebben met de staf. De staf van Meru nam het enthousiast in ontvangst en gaat er graag mee aan de slag. 


Rob Bensdorp, zie ook www.robbensdorp.nl


Share this article:
Lokaal
Gefocust
Verbonden
Kwaliteit

Adres

Jansbuitensingel 7
6811 AA Arnhem
The Netherlands

+31 (0)26 44 55 445
agriterra@agriterra.org