Kan een maatschap werken in Oeganda?

09-06-2022

Marije Klever is 35 jaar en portefeuillehouder melkveehouderij bij het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). Vijf jaar geleden nam ze het melkveebedrijf van haar ouders in De Meern over. Evert Jan Wijers (66 jaar) is melkveehouder in Voorst. Hij runt zijn bedrijf samen met zijn vrouw en twee zonen en zal het op korte termijn aan hen overdoen. Klever en Wijers gingen in maart voor Agriterra naar Oeganda om daar informatie te delen over hoe bedrijfsovername werkt in Nederland.

Klever en Wijers op de boerderij van Tayebwa Emmanuel die het bedrijf van zijn vader heeft overgenomen

De Ugandan National Young Farmers Association (UNYFA) had een 3-daagse workshop georganiseerd. Het thema van de workshop was ‘de continuïteit van het boerenbedrijf’ en Klever en Wijers waren uitgenodigd om het onderdeel ‘bedrijfsovername’ toe te lichten. Klever: “Wij konden het onderwerp van beide kanten belichten en de deelnemers wegwijs maken in het proces dat nodig is om een succesvolle overname door een volgende generatie te realiseren.”
Volgens Wijers was de workshop goed geregeld. “Er waren ongeveer twintig deelnemers uitgenodigd, waaronder bestuurders van UNYFA en andere organisaties. Het niveau was hoog. De deelnemers waren deskundig en hadden veel basiskennis over zowel landbouw als over besturen.”  

Samenwerken in een maatschap

Klever en Wijers benadrukten dat bedrijfsovername in Nederland een traject van jaren is, waarbij degenen die het overnemen al in een vroeg stadium bij alle ontwikkelingen worden betrokken. Wijers: “Een groot probleem in Oeganda is vaak dat de vader de baas is van een boerderij en alle zeggenschap heeft, totdat hij overlijdt. Daarna ontstaat er strijd onder de kinderen over de verdeling en de boerderij wordt opgedeeld in kleinere stukken land. Dit kan voorkomen worden door opvolgers al te laten meewerken in het systeem van een maatschap. Ze raken dan betrokken, krijgen zeggenschap en bij een eventuele overname is het veel makkelijker als er door hen al geld in het bedrijf geïnvesteerd is.” 
Klever vult aan: “Voor de gemiddelde boer in Oeganda zal het een enorme stap zijn om de zeggenschap met zijn kinderen te delen. Hun mindset moet veranderen. Maar de bestuurders stonden open voor nieuwe ideeën. Ik hoop echt dat ze het maatschap-concept verder in het land kunnen uitrollen, zodat landbouwbedrijven van de ene op de andere generatie kunnen blijven voortbestaan.”  

Inspiratiebron

Het tweetal sprak ook over mogelijke situaties die zich kunnen voordoen, bijvoorbeeld: hoe ga je om met kinderen die niet geïnteresseerd zijn in bedrijfsovername, maar wel recht hebben op hun erfdeel? Hoe ga je als kinderen het gesprek aan met je ouders? Hoe maak je samen een plan en ga je een maatschap aan? “Het concept ‘maatschap’ hebben we uitgebreid besproken”, vertelt Klever. “Natuurlijk zijn er grote verschillen met Nederland, zoals bijvoorbeeld de grootte van de gezinnen en de manier van landregistratie. Daarnaast zijn boerenbedrijven daar vaak een statussymbool, terwijl in Nederland meer wordt gekeken naar de boerderij als onderneming en verdienmodel. Maar je moet ons verhaal vooral zien als inspiratie. We hopen dat we bereikt hebben dat ze meer gaan nadenken over de mogelijkheden en dat ze bijvoorbeeld het verdienmodel van het bedrijf in kaart brengen.” De deelnemers kregen als vervolgopdracht mee om een bedrijfsplan te schrijven.

Economisch inzicht

De workshop ging niet alleen over bedrijfsovername, maar ook over het economische inzicht in het bedrijf. Is het winstgevend? Hoe gaat het met de kosten en afschrijvingen? Hoe werkt de registratie en het betalen van belasting, enzovoort. Klever en Wijers brachten bij deze onderwerpen eveneens hun ideeën en kennis in. Ook de positie van de vrouw kwam aan bod. Klever: “Op dit moment hebben vrouwen weinig in te brengen in het boerenbedrijf. Dat is zonde, dus we hebben opgeroepen om de potentie van vrouwen meer te benutten en hen meer zeggenschap te geven.”  
Zowel Klever als Wijers was verrast dat Oeganda zo goed ontwikkeld was. “We zaten in een welvarend gebied en de boeren daar hadden redelijk grote bedrijven met veel personeel. Hun kinderen hadden echter geen interesse in overname van de boerderij, omdat de vader toch de baas blijft. Dus die gingen studeren en daarna ander werk zoeken. Dat is natuurlijk voor de toekomst van de landbouw niet goed. Ook het imago van de boer moet verbeteren. Het platteland moet een fijne plek zijn, niet de plek waar je achterblijft als je geen vooruitgang boekt in je leven.”

Potentie voor de toekomst

Winnie Ashaba, bedrijfsadviseur van Agriterra in Oeganda, is van mening dat het inzetten van de twee Nederlandse Agripoolers een toegevoegde waarde was voor het programma van de workshop. “Zij namen door het delen van hun ervaring de angst van de deelnemers over de uitvoerbaarheid van bedrijfsovernames weg. Het was een eyeopener voor de boeren om te horen dat bedrijfsovername een proces kan zijn van 10 tot 15 jaar, waarin de familie veel met elkaar samenwerkt en communiceert om eventuele meningsverschillen aan te pakken. Daarnaast kwamen we met zijn allen tot de conclusie dat het is aan te bevelen om als opvolger een landbouwopleiding te volgen. Ook een juiste bedrijfsregistratie en het ontwikkelen van een strategisch plan zijn essentieel. Tot slot is het belangrijk dat het bedrijf winstgevend is om de opvolger aan te moedigen ermee door te gaan.”  

Gelukkig zien Klever en Wijers zeker potentie voor de jonge boeren in Oeganda en ze hopen dat de UNYFA hen kan blijven ondersteunen en inspireren. De workshop was in ieder geval een eerste stap in de goede richting. Een vervolgstap van de UNYFA is om bijeenkomsten voor jonge boeren in de regio te beleggen. 

 


Share this article:
Lokaal
Gefocust
Verbonden
Kwaliteit

Adres

Jansbuitensingel 7
6811 AA Arnhem
The Netherlands

+31 (0)26 44 55 445
agriterra@agriterra.org