Zoals reeds vermeld in de vorige blog, hebben we ook boeren van vorig jaar bezocht. De wijze waarop de adviezen van vorig jaar zijn opgevolgd, varieerde nogal. In de meeste gevallen waren we aangenaam verrast omdat de koeien en de stallen er duidelijk beter uitzagen. Er waren bijvoorbeeld waterbakken geïnstalleerd, het voeren was beter op orde en de hygiëne was sterk verbeterd. Aandachtspunten zijn nog altijd het kiemgetal en mastitis. De wijze van melken, maar ook het reinigen van het materiaal met enkel koud water, maken het erg lastig dit onder controle te krijgen. Boeren die overgaan op rvs en met heet water reinigen, weten het kiemgetal behoorlijk te drukken. Van het feit dat je beter eerst kunt optimaliseren alvorens aan uitbreiding te denken, waren de meeste boeren wel overtuigd.
Over belangstelling van de media hadden we niet te klagen. We zijn zelfs bij de redactie van de grootste nationale Indonesische krant geweest. Ook een Nederlandse journalist van Trouw heeft een aantal dagen met ons meegelopen. Daar zal binnenkort een artikel over verschijnen (weekendkatern 25 oktober).
Zij zijn erg belangrijk in de verdere strategie van het F2F‑programma. Deze voorlopers zullen hun kennis moeten verspreiden in hun omgeving zodat het als een olievlek werkt. Aan het enthousiasme van deze mensen zal het niet liggen. Door kleine wijzigingen in de bedrijfsvoering waren er al grote (financiële) voordelen behaald. Ook hier dient zich een belangrijk aandachtspunt aan; gebrekkige administratie maakt het meten van financiële vooruitgang moeilijk. Enkele boerencoöperaties faciliteren daarom eveneens financiële trainingen.
Terug in Nederland kunnen we voldaan terugkijken op een onvergetelijke ervaring, waarbij vooral de gastvrije ontvangst bij onze collega-boeren grote indruk heeft gemaakt.
Benieuwd naar de eerste blog? Lees hem hier!