Goos was in januari in Nepal om de CTCF (Central Tea Cooperative Federation) en lokale theeboeren te adviseren over marketingstrategieën. CTCF is een federatie van coöperaties van thee producerende boeren. De federatie wil boeren meer ondernemersvaardigheden aan leren zodat zij op eigen kracht kunnen produceren en zichzelf financieel kunnen redden. Sinds 6 jaar maakt een aantal coöperaties gebruik van miniverwerkingsfabriekjes aan huis. Zo kan de geplukte thee, die maar een dag houdbaar is, direct verwerkt worden tot gedroogde thee die klaar is voor gebruik. Een goede manier om de productieketen te verkorten en zo hogere winstmarges voor de boer te genereren. Wat ontbreekt, is een marktstrategie om de thee aan de man te brengen. Veel boeren hebben geen idee wat ze aan het doen zijn. De kwaliteit van de geproduceerde thee varieert sterk waardoor de consument maar weinig geïnteresseerd is in het product. Bovendien is de concurrentie met de grotere theeverwerkende ondernemingen groot waardoor boeren met hun thee blijven zitten. Daardoor lijdt de boer onder een lage en instabiele theeprijs.
Eén van Goos’ adviezen aan boerenondernemingen is om los te komen van de concurrentie met grote theeverwerkers. Goos vertelt: “De boer moeten weten wat de behoeften zijn van de consument. Om klanten te binden, moet de thee van hoge kwaliteit zijn en een ander label krijgen. Zo wordt het een bijzonder product en anders dan de gangbare theesoorten van de grotere ondernemingen”. Sommige boeren pakken het al aardig op. Zij labelen hun thee bijvoorbeeld als “moonshine picked tea” of verbouwen hun thee hoog in de bergen, waar vanwege de omstandigheden een hoge theekwaliteit gegenereerd kan worden. Ook proberen zij de relatie met de theeverkoper te verbeteren. Het is belangrijk dat de verkoper weet wat hij verkoopt en het product extra aantrekkelijk maakt voor de klant. Daarnaast zijn er theeproeverijen, waar de klant op een persoonlijke wijze benaderd kan worden.
De kennisuitwisseling tussen de boeren binnen de coöperatie is nog beperkt, minder ondernemende boeren blijven onwetend over hoe kwalitatieve thee te produceren. Hoe kunnen zij geholpen worden? Op verschillende manieren aldus Goos. “De CTCF zou een meer faciliterende rol moeten spelen om marketingtrainingen te verzorgen of bijeenkomsten te organiseren om kennisuitwisseling tussen boeren tot stand te brengen. De boeren hebben een coach of adviseur nodig die hun achter de broek zit opdat ze hun plannen uitwerken, uitvoeren en evalueren. Kortom: iemand die de theehandel en productieketen goed begrijpt”. Goos heeft één zo’n thee consultant ontmoet die op dit gebied goed werk verricht. Maar daar zijn er meer van nodig.
De CTCF heeft de miniverwerkingsfabriekjes helpen implementeren, maar ziet nu dat de handel vastloopt. De leden van de CTCF voelen zich erg verantwoordelijk voor de zelfredzaamheid van de boer. Goos heeft hen op het hart gedrukt dat die verantwoordelijkheid voornamelijk bij de boeren moet liggen, die weer aangestuurd moeten worden door specialisten. De taak van CTCF is vooral om kennisuitwisseling tussen boeren onderling te verzorgen en coaches te faciliteren die kennis hebben van marketingstrategieën. Alhoewel de boeren nog veel hordes moeten nemen, is Goos positief gestemd. “Ze zullen het zelf moeten doen. Als ze hun ondernemerskwaliteiten doorzetten en uitwisselen is er al veel druk van de ketel”.
Leontien Kraaijeveld
Agriterra nieuwsredactie
